dhr


dhr herneemt de woorden van de man
(misschien) achter het bureau
je kunt wel over je eigen graf heen regeren
maar niet doch echter andermans
wanneer de zon op de zinderende grasvlakte knalt
fronst dhr rochelend
want dat zinderen doet hem denken
aan weilanden met lange schaduwen
en steeds steels veranderend licht
al weet hij niet meer precies hoe of wanneer
(of eigenlijk helemaal niet)
wie er nog minder over wil weten
wende zich tot de mw van dhr
want dat is qua alzheimster een topper
maar over de loeiende radiator heen turend
naar het zonovergoten grasveld
(juist! dát was het! zonovergoten!)
vraagt dhr zich af wat hij ook weer dacht
eerst
eerder
(eergister?)
dhr weet wel, boven de deur staat
(naar hij vermoedt naast het rode busje)
laat alle hoop varen
en varen en varen en vas!
deferens!
o ja! toen zei ze o mijn lief!
corpus cavernosum!
(callosum?)



Copyright © 2008 Wim Scherpenisse <info@wimscherpenisse.nl>
Naar het alfabetisch overzicht van alle gedichten
Naar het chronologisch overzicht van alle gedichten